Tiny van Hees en Tom Rusting begonnen 15 jaar geleden hun samenwerking vanuit een gedeelde motivatie om familieleden van mensen met psychische klachten te helpen. Een sterke combinatie van Tom als familie-ervaringsdeskundige en Tiny als Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige. Met hun Stichting Naastentraining helpen zij mensen om de mentale aandoening van hun naaste beter te begrijpen en leren ze hen communicatiemethodes om hier beter mee om te gaan. Het wegnemen van een gevoel van onmacht is daar een belangrijke resultaat van, want dat is een veelvoorkomend probleem bij familie en naasten van mensen met mentale problemen. Een waardevolle training voor naasten, waar ook de cliënt indirect veel baat bij heeft.

Tom als familie-ervaringsdeskundige

Tom kwam voor het eerst in aanraking met de GGZ toen zijn zoon op 20-jarige leeftijd te maken kreeg met mentale klachten. Hij werd gediagnosticeerd met psychosegevoeligheid of, zoals dat toen genoemd werd, schizofrenie. Tom en zijn gezin maakten heftige periodes mee; hun zoon is meerdere keren opgenomen, gedwongen of in crisis, maar ook weer weggelopen. Uiteindelijk kwam zijn zoon terecht bij een psychiater die zag dat het belangrijk was om de familie te betrekken bij het herstel van hun zoon. Ze zag dat zij gedreven, gemotiveerd en bekwaam genoeg waren om hun zoon te begeleiden. Dat creëert een hefboom effect: als je als behandelaar tijd besteedt aan de ouders, gaan zij daarna gewoon door met datgene in de praktijk brengen wat ze geleerd hebben.

Inmiddels is zijn zoon 41 jaar oud en gaat het allang weer goed met hem, maar Tom wilde graag iets doen met de ervaring en kennis die hij had opgedaan. Ervaring die hij liever niet had gehad, maar die toch troostend voor hem werkt als hij er iets goeds mee kan doen. Hij leerde zijn ervaring in te zetten om andere naastbetrokkenen en familieleden van cliënten te coachen. Zo leerde hij Tiny kennen.

Tiny als Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige

Tiny is Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige en werkt al ruim 40 jaar in de hulpverlening, waarvan 30 jaar in de GGZ. Tiny deed ruim 15 jaar familiebegeleiding en naastenondersteuning bij Altrecht op de afdeling Preventie en sinds 2 jaar doet ze dit, samen met Tom, met de Stichting Naastentraining. Het viel Tiny in haar werk bij Altrecht op dat er in haar familiegroepen weinig naasten van niet-westerse achtergrond waren. “Sommige mensen doen niet mee omdat ze de sessie niet goed kunnen volgen, maar ook het verklaringsgedrag voor psychoses kan afwijken. Wanneer je anders denkt dan anderen in je groep, kan dit lastig zijn”, aldus Tiny.

Tom en Tiny

Tom en Tiny vonden elkaar in hun gedeelde zorgen over het betrekken van families bij de behandeling; beiden vanuit hun eigen verschillende ervaring. Ze begonnen eerst met training voor niet-westerse families, maar al snel breidden ze hun doelgroep uit tot ook westerse families. Samen trainen en coachen ze nu families vanuit het hele land met hun Stichting Naastentraining. Dit doen zij kostenloos en belangenloos.

De begeleiding van familie is iets dat volgens Tiny veel meer en standaard zou moeten gebeuren: “Wanneer iemand in het ziekenhuis ligt met een hartinfarct wordt de familie uitgebreid geïnformeerd over het ziektebeeld en de mogelijkheden van behandeling, maar in de GGZ is dit niet zo”. De privacy reden wordt hier vaak in aangenomen: de cliënt zal het misschien niet willen, dus doen we het niet. Maar volgens Tiny en Tom moet dit anders: samen met de familie gaat het beter!

Waarom naasten en familie?

Maar waarom de focus op naasten en familie? Een heersend gevoel van boosheid en onmacht bij de ouders of familie, zegt Tiny. “Tijdens mijn werk merkte ik dat er zoveel leed is bij families en dat zij zoveel onmacht ervaren wanneer hun gezinslid last heeft van mentale klachten. Als hulpverlener heb je twintig minuten of een uur per week of twee weken contact met je cliënt, maar voor de familie is dit elke dag. Dan kan het ontzettend moeilijk zijn om om te gaan met een gezinslid met mentale klachten”.

Ook Tom beaamt dat de huidige GGZ niet meer kan voldoen aan vraag van de familie. Veel ouders voelen zich wanhopig wanneer zij bijvoorbeeld niet altijd mee kunnen doen in de behandeling, terwijl ze wel het kind thuis krijgen als het ontslagen wordt uit een opname setting. Er is zoveel bewijs dat de prognose van de cliënt beter wordt als er aandacht wordt besteed aan zijn of haar familie. Als zij er beter mee om leren gaan, dan ziet de toekomst er beter uit, ook voor de cliënt.

Hoe trainen of coachen jullie familie en naasten?

Het gaat vooral om communicatie, volgens Tom. Hoe ga je om met een psychisch kwetsbaar persoon in jouw omgeving of gezin? Tom vertelt over zijn eigen ervaring met zijn zoon, die toendertijd een psychose had en last had van wanen. “Toen dat met mijn zoon begon dacht ik: dit moet ik uit zijn hoofd praten. Kom op zeg, denk je nou heus dat die brandmelder aan het plafond een camera is? Dat er een complot is? Doe eens normaal, gebruik je verstand! Dat vind ik een vrij normale reactie voor ouders, maar dat werkt averechts en schept juist afstand. We geven ouders handvatten en training om dat contact op een andere en betere manier te doen. We leren ze hier op een respectvolle, meelevende en oordeelvrije manier mee om te gaan. Dan wordt de relatie beter en dan voelen de ouders zich minder machteloos. Ze hebben namelijk iets geleerd wat ze kunnen doen om hun naaste te helpen. Dat werkt twee kanten op: minder conflict betekent dat de ouders zich minder machteloos voelen en de spanningen of situaties beter kunnen verdragen. Als je dan ook nog ziet dat je jouw familie of gezinslid helpt, dan help je elkaar op weg naar herstel”.

“We noemen ons werk training, maar eigenlijk is het een mix van training en coaching. Dat blijkt goed te werken: de combinatie van Tiny’s professionele kennis en mijn persoonlijke ervaring. We werken volgens duidelijke programma’s met hulp van Tiny’s kennis, maar soms kan je mensen bepaalde dingen toch wat overtuigender uitleggen als je zegt “Ik begrijp je, dat heb ik ook meegemaakt”, of “Ik heb het weleens zo geprobeerd en toen werkte dat niet, maar toen ik het op deze manier aanpakte wel”.

Tiny: “Bij de training of coaching van familie of naasten gaat het niet om wat de diagnose is van de cliënt, die kan de familie ons soms wel vertellen maar soms ook niet. We leren ze communicatiemethodes om om te gaan met de situatie en deze beter te accepteren”

Wat zijn de positieve resultaten?

“We zien vooral onmachtige ouders veranderen in ouders die weten hoe ze ermee om moeten gaan”, aldus Tiny.”Ze laten ons weten hoe de onderlinge verstandhouding in hun gezin verbeterd is. Maar daarnaast zien we ook dat ze meer begrijpen van hoe de hulpverlening in elkaar steekt en hoe ze zich daar het beste toe kunnen verhouden.”

Wat willen jullie behandelaren meegeven over Stichting Naastentraining?

“Wijs mensen op de naastentraining en besef dat wij onszelf opstellen als bondgenoten van behandelaren. We zijn er voor ondersteuning en zullen nooit behandelaren tegenspreken. Ons werk maakt het hopelijk, maar dat weten we eigenlijk zeker, de behandelaar mogelijk om hun werk effectiever te doen. Wij zorgen ervoor dat de familie beter begrijpt wat er aan de hand is en hoe ze kunnen bijdragen. We zijn bondgenoten van de cliënt, familie, maar zeker ook behandelaren.”

Meer informatie?

Stichting Naastentraining biedt gratis, professionele individuele training en coaching, in Engels en Nederlands, via Zoom. Wil je meer weten over wat zij voor jou kunnen betekenen? Neem dan een kijkje op www.naastentraining.nl/.

Wat is racisme?

De overtuiging, de aanname of het idee dat er een verschil is tussen menselijke rassen en dat deze gerangschikt kunnen worden. Hieruit kunnen discriminerende systemen ontstaan waarbij het ene “ras” anders behandeld wordt door het andere “ras”. 

Racisme kan op verschillende manieren tot uiting komen: het kan gaan om openlijke vormen van racisme waarbij iemand wordt uitgescholden, fysiek wordt aangevallen of wordt vermoord vanwege etniciteit. Het kan ook gaan om subtiel kleineren (bewust of onbewust), wat er voor zorgt dat een bepaalde groep wordt benadeeld. Bijvoorbeeld door ervan uit te gaan dat een bepaalde groep mensen inferieur is. Of door verbaasd te zijn wanneer iemand met andere huidskleur dan jijzelf goed Nederlands praat (‘Alien in own land’). Oerwoudgeluiden, niet aangenomen worden op grond van etniciteit, een omstander die z’n tas uit angst dicht bij zich houdt of in de gaten gehouden worden tijdens het winkelen: er zijn veel verschillende soorten en maten van racisme. Van heel duidelijk tot subtiel, en van bewust tot onbewust.

Discriminatie en depressie

Uit een aantal studies blijkt dat racisme een langdurig negatieve impact heeft op mentale gezondheid. Uit een onderzoek van Umar Ikram blijkt dat etnische minderheden ook in Nederland veel discriminatie ervaren op basis van etniciteit en een hogere kans hebben op psychische klachten. De meest voorkomende uitspraken waarin zij zich herkennen zijn bijvoorbeeld: ‘Mensen gedragen zich alsof ze beter zijn dan ik’, of ‘Mensen gedragen zich alsof ze slimmer zijn dan ik’. De ervaren discriminatie kan bijvoorbeeld ook het gevoel van ‘De samenleving zit niet op mij te wachten’ in de hand werken. Dit gevoel ontstaat dus niet alleen bij daadwerkelijke of duidelijke discriminatie, maar ook wanneer je twijfelt of je gediscrimineerd wordt. Uit het onderzoek van Ikram blijkt dat er een duidelijke relatie is tussen ervaren discriminatie en gevoelens van depressie. 

Het is belangrijk om verder te onderzoeken wat het verband tussen discriminatie en depressie precies is; uit Amerikaanse onderzoeken blijkt overigens dat discriminatie op basis van etniciteit vaak voorafging aan een depressie. Het effect van racisme is groot: mensen kunnen zich terugtrekken uit de samenleving en in isolement raken.

Selffulfilling Prophecy

De Selffulfilling Prophecy houdt in dat gedrag wat voorspeld is of verwacht wordt uiteindelijk leidt tot het voorspelde/verwachte gedrag. Psycholoog Rosenthal nam bijvoorbeeld intelligentietesten af bij kinderen en vervalste de uitkomsten. De kinderen die een (willekeurig) goed cijfer hadden behaalden later ook betere schoolresultaten. Dit kwam doordat leraren (onbewust) meer aandacht schonken aan de slimme leerlingen, ze als positiever beoordeelden en de kinderen daardoor uiteindelijk ook beter presteerden.

De Selffulfilling Prophecy en racisme 

Racisme kan dus heel duidelijk tot uiting komen, maar ook heel subtiel in het dagelijks leven. Dylan Glover heeft onderzoek gedaan met behulp van data van een grote supermarktketen in Frankrijk. Hierbij werd de productiviteit van twee groepen supermarktmedewerkers met elkaar vergeleken: minderheden tegenover niet-minderheden. 

Minder productief kon in dit geval betekenen: langzamer producten scannen, meer tijd nemen tussen klanten, later op werk verschijnen, eerder stoppen. Daarin werd ook gekeken naar de bias-score van de manager. Met bias-score bedoelen we in hoeverre een manager minderheden associeert met minder productiviteit, en andersom. Bias betekent eigenlijk vooroordeel.

Met behulp van een psychologische taak (de Implicit Association Task) zijn deze scores afgenomen, waarbij een hoge score betekent dat je meer geneigd bent mindere productiviteit te associëren met minderheden. Associeer je bijv. het woordje ‘lui’ eerder met een ‘Fransman’ of een ‘Noord-Afrikaan’? Zo werden deze associaties onderzocht. Uit dit onderzoek bleek dat minderheden minder productief waren als zij onder leiding stonden van een manager met een hoge bias-score. En hier komt de Selffulfilling Prophecy om de hoek kijken: door hun vooroordeel (bias) werd er verwacht dat zij minder productief zouden zijn. Het gevolg was dat deze managers minder tijd in deze groep supermarktmedewerkers stopten: zij kregen andere taken, minder aandacht, en minder vertrouwen en waren dus uiteindelijk ook minder productief. 

Hoe je behandeld wordt bepaalt je gedrag

Wat er gebeurde is dat ‘bevooroordeelde’ managers minder interactie hadden met minderheden, minder aandacht hadden voor de inspanning van deze medewerkers en minder klantgerichte taken aan hen toegewezen. Dit heet ook wel aversive racism: racisme zonder bewuste intentie. Etnische minderheden waren namelijk productiever bij managers met een lage bias-score, deze managers behandelden de etnische minderheden en niet-minderheden gelijkwaardig.

Al met al, discriminatie of racisme heeft invloed op hoe je je voelt én op hoe je je gedraagt: wanneer je gediscrimineerd wordt gedraag je je anders, of discriminatie nu bewust of onbewust plaatsvindt.

Wil jij graag meer weten over dit onderwerp? Met behulp van deze blog krijg je meer handvatten en ideeën over hoe je jezelf wegwijs maakt in het complexe onderwerp racisme.

Discriminatie en racisme hebben dus wel degelijk effect op de (mentale) gezondheid van mensen. Weet dat praten over je ervaringen je kan helpen. Heb jij behoefte om dit te doen met een professional? Ga voor een verwijzing naar je huisarts of kom in contact met het NiceDay Team, we helpen je graag naar de juiste hulp.

Als je al een langere tijd aan het overwegen bent om in therapie te gaan dan kan de hoeveelheid aan informatie die er is overweldigend zijn. Welke therapie past er bij jou? Heb je een verwijzing nodig of moet je het zelf betalen? Hoe zet ik mijn eerste stap? Zoveel aspecten om over na te denken! Om je te helpen hebben we een aantal stappen op een rijtje gezet die je kunnen helpen als je overweegt om voor het eerst in therapie te gaan.

Hulpvraag en klachten in kaart brengen

Schrijf op wat de klachten zijn waar je tegenaan loopt. Probeer hierbij ook voorbeelden bij te geven. Zijn de klachten gericht op één gebied in je leven of op meerdere gebieden? Hoe wordt je hierin belemmerd in je dagelijks leven? Daarnaast kun je jezelf afvragen hoe lang deze klachten al aanwezig zijn in je leven. Vervolgens kun je gaan nadenken over de ondersteuning die je het liefst zou willen ontvangen. Wil je dat iemand met je meedenkt, heb je praktische ondersteuning nodig of wil je stil staan bij bepaalde situaties uit het verleden? Het kan natuurlijk zo zijn dat je klachten op meerdere levensgebieden aanwezig zijn, maar dat jij je het liefst op één gebied wilt richten.

Verschillende soorten therapieën

Je kunt gerust Google raadplegen om te onderzoeken welke therapieën er zoal zijn en wat mogelijk bij jou kan passen. Dit ga je als het goed is ook bespreken als je een intakegesprek hebt gehad bij een therapeut. Toch kan het geen kwaad om zelf even op onderzoek uit te gaan. Daarnaast kun je online uitzoeken welke ggz instellingen of therapeuten bij jou in de buurt zitten. Wie weet wil je liever aanmelden bij een coach dan bij een psycholoog. Of je ontdekt dat er gespecialiseerde zorg wordt geboden voor de problematiek die jij ervaart (verslavingszorg, concentratiestoornissen etc.). Veel vrijgevestigde therapeuten of coaches hebben een eigen website waarop ze hun foto hebben geplaatst en informatie over hun manier van werken.

Neem contact op met je huisarts

Dit is een belangrijke stap omdat jouw huisarts als het goed is bekend is met de sociale kaart bij jou in de buurt. Daarnaast kan de huisarts met je meedenken en helpen om jouw hulpvraag te concretiseren. Het kan zijn dat je huisarts het advies geeft om samen met de POH GGZ (praktijkondersteuner) in gesprek te gaan om je hulpvraag te concretiseren en deze persoon kan je ook helpen in het zoeken naar de juiste steun. Via de huisarts heb je vaak een verwijzing nodig om in aanmerking te komen voor vergoede zorg. Houd er rekening mee dat je vaak een bedrag zelf moet betalen genaamd eigen risico.

Houd rekening met (lange) wachtlijsten

Helaas zijn er vaak (lange) wachtlijsten in de zorg. Hierdoor is het des te belangrijker om je klachten serieus genoeg te nemen en niet te lang te wachten met het vragen om hulp. Je kunt via jouw zorgverzekeraar eventueel om bemiddeling vragen om eerder in aanmerking te komen voor behandeling. Meer informatie hierover staat vaak op de site’s van de zorgverzekeraars aangegeven.

Klik met je therapeut

Het kan zijn dat je niet direct een klik voelt met je therapeut/coach. Geef het de tijd. Het kan zijn dat je een paar gesprekken nodig hebt om op je gemak te voelen. Durf het ook aan te geven als je merkt na een aantal gesprekken dat je terughoudend bent. Het kan ook zijn dat je het gevoel hebt dat je niet serieus wordt genomen. Ook dan is het belangrijk om dit aan te geven. Hierdoor weet je therapeut ook waar hij of zij aan toe is.

Probeer geduldig te zijn

In therapie gaan is een proces die je gaat doorlopen. Vaak is het zo dat je aan het begin slechter gaat voelen doordat alle emoties/klachten die je ervaart uitvoerig worden besproken. Daarnaast kost het tijd om gedragsverandering toe te passen. Onthoud dat de gedragspatronen waar je nu aan werkt waarschijnlijk door de jaren heen zijn ontstaan. Dit betekent dat je ook wat langer de tijd nodig hebt om nieuw gedrag te leren. Daarnaast horen ook de ups en downs bij een proces.

NiceDay app

Heb jij mentale klachten? Of ken je iemand uit je nabije omgeving die tegen mentale problemen aanloopt? Via NiceDay behandelen we mensen met depressie-, angst- en stressklachten. Aan het eind van de behandeling maken we samen met de cliënt een terugvalpreventieplan. Ben je geïnteresseerd? Download de app of vraag informatie aan via support@niceday.app.

Ruim 18% van de bevolking komt ooit in zijn leven in aanmerking met een mentale stoornis. Dat is bijna 1 op de 5 mensen. Ter vergelijking: gemiddeld 17% van de bevolking belandt een keer in het ziekenhuis. Het hebben van psychische problemen is dus niet ongewoon en komt voor in elke hoek van de maatschappij. Zo hebben bijvoorbeeld topsporters vaker last van angstgevoelens, een negatief zelfbeeld en stress en is er een eindeloze lijst van beroemde artiesten waarvan er bekend is dat zij kampen met mentale problemen. Kortom, iedereen kan mentale problemen hebben!

Ondanks dat psychische problemen geregeld voorkomen, vinden veel mensen het moeilijk om hulp te zoeken. Dingen als schaamte, een gevoel van zwakte of het idee dat je hebt gefaald om met levensproblemen te dealen, zijn redenen om niet naar een hulpverlener te stappen. Er rust helaas nog steeds een stigma, of negatief etiket, op mentale gezondheid. Dit stigma kan er voor zorgen dat men het gevoel heeft dat ze er niet bij horen, dat anderen hen niet begrijpen of ze voelen zich gediscrimineerd op het werk of op school.

Wanneer zoek ik hulp?

Zoek hulp wanneer je het gevoel hebt dat het je niet lukt om zelf van je psychische problemen af te komen. Heb je het gevoel dat je stemming de laatste weken aanzienlijk negatiever is? Of ervaar je substantieel meer stress, spanning en/of angst en heb je het gevoel dat je hier aan onderdoor gaat? Dit zijn signalen van een verminderde mentale gezondheid en redenen om op zoek te gaan naar hulp. Ook een laag gemiddeld energielevel, slaapproblemen en emotionele problemen (bijv. slechte controle over je emoties, hevige stemmingswisselingen of frequente emoties die buiten proportie zijn) kunnen betekenen dat je aan de bel moet trekken.

Hoe zet ik de eerste stap?

Sta erbij stil dat je niet de enige bent op de wereld met psychische problemen. Psychische problemen komen in principe net zo vaak voor als een stevige griep en hier mag je best wel wat hulp bij krijgen. Vergelijk het eens met het breken van je arm. Zou je er dan ook vanuit gaan dat het vanzelf weer geneest? Het zoeken en gebruik maken van hulp is geen teken van zwakte, maar juist een teken van ontwikkeling. De kennis en vaardigheden die jij zelf niet hebt om een probleem te verhelpen, heeft een ander wel.

Een professional kan jou kennis en vaardigheden aanleren, zodat je straks weer steviger op eigen benen staat. Dit draagt alleen maar bij aan je persoonlijke ontwikkeling! Zet jezelf en je (mentale) gezondheid dus op de eerste plaats en onderneem stappen om aan jezelf te werken en van je klachten af te komen.

Vind je het toch nog erg lastig om contact te leggen met een zorginstelling? Vaak kan het benaderen van een professional confronterend en beangstigend zijn. Wat kan helpen is het inschakelen van iemand die je vertrouwt om samen een professional te benaderen. Het uit handen geven kan een last van je schouders zijn en tegelijkertijd een stok achter de deur zijn om actie te ondernemen.

Bij wie kan ik terecht?

Bij NiceDay staat er een team van professionals klaar ter ondersteuning van bijvoorbeeld angst-, depressieve en burn-out klachten. Download gratis de NiceDay app om te kijken wat onze professionals voor jou kunnen betekenen!

Heb je het gevoel dat alles om je heen ineens vreemd en anders is, zie je dingen die er niet zijn of ervaar je bijvoorbeeld gigantisch veel stress rondom eten? Neem dan contact op met je huisarts. Daar kunnen ze zorgen dat je de juiste ondersteuning krijgt die je nodig hebt. Ook als je direct hulp nodig hebt, kun je terecht bij de huisarts. Bij zelfmoordgedachten is het advies meteen contact op te nemen met de crisislijn.

Leven met chronische pijn is al vervelend genoeg. Toch heb je behalve met de pijn vaak ook nog te dealen met reacties en gedachten van je omgeving. Hoe vertel je je omgeving over je klachten? En hoe ga je als naaste om met iemand die hier last van heeft? Jennifer (25) vertelt.

Ik kan me voorstellen dat het lastig is om te communiceren met je omgeving over je klachten. Hoe pak jij dat aan?

Ik vertel het eigenlijk heel makkelijk. Ik denk dat iedereen het in mijn directe omgeving wel weet, tot op zekere hoogte. Ik denk dat de vrienden die dichtbij mij staan er meer van weten en beter weten hoe ze ermee om moeten gaan. Mensen weten ook dat ik soms last-minute dingen af moet zeggen, maar dan weten ze ook dat ik het vervelend vind. Mijn ouders zie ik regelmatig, die komen dan vaak bij mij op bezoek. Met mijn moeder kan ik het er goed over hebben, met mijn vader praat ik wat minder, maar dat kan wel. Vaak heb ik het gewoon nodig dat er iemand even luistert. Hoogstwaarschijnlijk snappen ze het niet helemaal, maar ze houden er wel rekening mee, en proberen er voor mij te zijn als het nodig is.

Dus je hebt voornamelijk positieve ervaringen hiermee?

Ja. Of ze achter mijn rug om praten weet ik natuurlijk niet, maar dat denk ik niet. Ik heb leuke vrienden. Ook wel eerlijke vrienden, dus dat is wel fijn. Ik heb er eigenlijk nog nooit een negatieve reactie op gehad. Ik kan er zelf ook niks aan doen en ik vind het zelf ook irritant. Daarom snap ik het ook volledig als andere mensen het irritant vinden, maar ze zullen nooit negatief naar mij doen. Ze zijn niet boos, ze vinden het gewoon jammer als ik er niet ben, en ik ook.

Stel je zou over je klachten vertellen, wat vind je een prettige reactie?

Bij nieuwe mensen komt het vaak vrij snel wel ter sprake, omdat het zo’n groot onderdeel van mijn leven is. Als er iets is waarbij mijn buikklachten in de weg zitten dan zeg ik het gewoon. Daar heb ik geen moeite mee, het hoort gewoon bij mij. En als mensen meer willen weten, moeten ze er gewoon naar vragen.

Ik vind het heel irritant als mensen teveel medelijden hebben of je heel zielig vinden. Ik ben zelf gewoon altijd heel direct. Iedereen heeft wel iets vervelends. Gewoon heel nuchter ermee omgaan, down-to-earth. Ik vind het heel fijn als mensen gewoon zeggen: “O wat stom, als ik ergens rekening mee moet houden, moet je het gewoon zeggen.” Maar niet te veel medelijden, daar word ik helemaal gek van. Je moet mij gewoon als een normaal mens blijven zien.

En bij je werkgever of school?

Als een vak begint en ik merk dat het een slechte periode is, dan ga ik naar de hoofddocent en leg ik mijn probleem uit. De meeste docenten willen wel meedenken hierin. Bij mijn stage was het wel even lastig. We hadden van tevoren afgesproken dat ik me ziek zou melden als het niet zou gaan. Maar daar kwamen ze later op terug, toen ik een paar dagen niet was geweest. Toen heb ik daar nog een tweede gesprek over gehad. Ik geef meestal gewoon aan dat ik chronische buikpijn heb en dat het soms gewoon niet gaat. Ik heb het idee dat mensen niet altijd de ernst ervan begrijpen, want ik zie er ook niet uit alsof ik een probleem heb. Ze snappen niet dat ik soms ook huilend naast mijn bed zit, omdat ze dat niet zien. Soms is daar gewoon even een extra gesprek voor nodig om dat duidelijk te maken.

Heb je nog tips voor mensen die zo’n gesprek aan moeten gaan op werk, school of stage?

Ik denk dat heel veel mensen met klachten zitten die je niet ziet en dat dat vaak onderschat wordt. Ik merk dat ik dat bij mezelf ook doe. Als je jezelf blijft onderschatten, dan doen anderen dat ook. Dus het is ook belangrijk om voor jezelf grenzen te stellen. Je moet het minder bagatelliseren, dat is belangrijk als je je situatie duidelijk wil maken. Soms is het makkelijker om het op te schrijven dan om het verbaliseren, voor mij persoonlijk werkt dat beter.

Heb je nog tips voor de werkgevers of docenten tijdens zo’n gesprek?

Ik denk dat werkgevers en docenten voorzichtig zijn met hoe serieus ze iemand nemen daarin, want je hebt altijd aanstellers. Maar als iemand echt naar je toekomt met een bepaald probleem, dan moet je diegene wel serieus nemen. Ik denk dat de werkgever specifiek moet doorvragen in hoeverre en op welke vlakken je hier last van hebt zodat ze daar rekening mee kunnen houden. Wat lukt er, wat lukt er niet, wanneer is dat en hoe kunnen we daarmee omgaan? Samen kijken naar hoe we het voor beide partijen het beste kunnen regelen. Want de persoon met de klachten, die weet het ook niet altijd even goed over te brengen in zo’n gesprek. Ik had bij mijn stage moeite het gesprek aan te gaan, ik wilde niet mijn stage kwijt raken, maar wel zeggen hoe ernstig het was. Beide partijen moeten het gesprek aangaan, zodat iedereen het beste uit de situatie kan halen.

Op welke manier kunnen jouw familie/vrienden rekening met je klachten houden?

Op de manier waarop ze het al doen: er voor me zijn als ik het nodig heb. Dat betekent voor mij vaak afleiding. Ik hou erg van spelletjes doen, of een film kijken, maar soms is praten over mijn of iemand anders problemen ook fijn. En ze houden er rekening mee dat ik op het laatste moment af kan zeggen, of eerder naar huis ga. Dat vinden ze dan wel altijd jammer, maar niet stom, en dat vind ik fijn.

Merk je dat je beter contact legt met mensen die ook dit soort klachten hebben?

Ik kan me wel heel erg verplaatsen in mensen die ergens last van hebben, en zij ook in mij. Het is anders voor iedereen, maar iedereen heeft aandacht, een luisterend oor, en liefde nodig. En een moment voor zichzelf. Dus je weet ook wat een ander nodig kan hebben. Ik weet gewoon wat het is. Ik heb ook vrienden die zelf issues hebben en op het laatste moment af kunnen zeggen. Dat herken ik zelf dan ook heel erg. Als iemand soms gewoon een dag voor zichzelf nodig heeft, begrijp ik dat volledig. Soms is het jammer als iets niet door kan gaan, vooral als je elkaar weinig ziet, maar een weekje verplaatsen is helemaal niet erg.

Hoe ga je ermee om binnen een relatie?

Ik heb gemerkt dat sommige personen er beter mee om kunnen gaan dan anderen. In een vorige relatie had ik iemand die het allemaal heel stom vond. Dan had ze bijvoorbeeld geen zin om de hond uit te laten als ik heel veel last had. Dus dat ging ook niet goed, die relatie. Mijn laatste vriendin was juist heel erg zorgzaam. Dat was wel prettig. Als ik met buikpijn op de bank zat, dan hoefde ik het niet eens te vragen, dan liet ze uit zichzelf de hond uit of zette een kopje thee voor me. Het was een natuurlijk proces. Ik denk dat je in een relatie met je partner een gesprek aan moet gaan. Sommige dingen moet je als partner gewoon niet zeggen als de ander veel pijn heeft. Je mag het voelen, maar niet laten zien, want daar voelt de andere persoon zich alleen maar rotter door, dat helpt niet. Je moet dat soort dingen op een ander moment bespreken, wanneer diegene weinig of geen last heeft. Dan kun je bespreken hoe je daar het beste mee om kunt gaan, en wat je kunt doen voor de ander.

Wat zou je als tip geven aan de partner in zo’n situatie?

Op een goed moment wel zeker dit bij je partner neerleggen. Uitleggen hoe je je voelt als je partner zich rot voelt, en dat dit waarschijnlijk komt doordat je het niet goed snapt. Want dat is altijd zo, je weet niet precies hoe het voelt. Dus ga heel erg de diepte in: wat heb je nodig? Wat moet ik wel/niet doen? Kun je mij tegemoet komen door bepaalde dingen te doen of te laten? Want als je zelf ergens last van hebt, heb je zelf niet door hoe je doet. Ik denk dat het heel nuttig is om van beide kanten de issues neer te leggen bij elkaar. Bijvoorbeeld: als jij zoveel pijn hebt, dan ga ik me ook down voelen omdat we dan niet samen iets leuks kunnen doen. Kunnen wij iets verzinnen waardoor ik dat minder heb en jij je ook beter gaat voelen? Maak het bespreekbaar, maar wees niet beschuldigend. En bespreek het op een ander moment. Dit heb ik ook wel geleerd over de jaren heen, ik besprak het niet echt. Mijn vriendin wist wel dat ik buikpijn had, maar ik heb het niet zo met haar besproken dat ze het echt kon begrijpen. Dat lag niet alleen aan mij, maar ik had ook beter kunnen communiceren. Ik heb van een slechtere relatie wel heel veel geleerd. Bij mijn vorige partner ging het echt veel beter.

Dankjewel voor al je openheid! Is er verder nog iets wat je de lezer wil meegeven?

Ik denk dat het ook een soort van uit de kast komen is, waardoor het misschien makkelijker is. Het is anders dan de norm, en dat is gay zijn ook. Ik kom bijna elke dag uit de kast bij mensen. Elke keer als je mensen ontmoet is er iets anders aan je. Bij mij is dat gay zijn, want dat is niet de norm, maar ook buikpijn hebben, dat is ook niet de norm. Maar het is gewoon zo, boeien. Ik weet niet of het ermee te maken heeft, maar gay zijn is geen issue, en ik vind mijn buikpijn ook geen issue.

Wil je meer weten? Lees deel 1 van het het interview hier.

1 op de 5 a 6 Nederlanders heeft last van chronische pijn. Toch weet maar 16 procent wat chronische pijn inhoudt. Veel mensen weten niet hoe je om kan gaan met chronische pijn. Ervaringsdeskundige Jennifer (25) geeft ons tips.

Kun je ons eerst wat over jezelf vertellen?

Ik ben Jennifer, 25 jaar en ik studeer biologie, maar dat duurt al een tijdje. Om precies te zijn sinds 2012, dus ik zit in mijn zevende jaar. Ik heb 4 huisdieren: een hondje, twee ratjes, en een luipaardgekko. Ik vind het leuk om gitaar te spelen en te schrijven, maar dat doe ik eigenlijk niet meer. Wat ik nog wel doe is films en series kijken, en ik hou van lekker eten!

Je hebt last van chronische pijn. Kun je daar wat meer over vertellen?

Ik heb chronische buikklachten waarvan geen oorzaak gevonden kan worden. Daardoor heb ik concentratie- en geheugenproblemen en voel ik me ook wel eens down. Het is geen depressie, maar het is wel gewoon stom. Soms voel ik me gewoon leeg of heb ik veel buikpijn, en dan doe ik niks. Ik heb buikpijn sinds mijn 15e, maar dat heeft zich wel ontwikkeld. Zoals het nu is, is het zo’n acht jaar. Op mijn 15e had ik waarschijnlijk prikkelbare darmsyndroom. Pillen hielpen even, maar op een gegeven moment kwam de pijn weer terug. Toen ben ik jarenlang door de hele molen gehaald en nu weten ze nog steeds niet wat het is.

Heb je altijd al last gehad van psychische klachten door je buikpijn?

Ik heb een jaar gehad, in 2013, dat niks ging. Ik had veel last van mijn buik en heb toen allemaal onderzoeken en ingrepen daarvoor gehad, maar het hielp allemaal niet. Ik voelde me down, boos, leren lukte niet, naar college gaan lukte niet. Voor mijn gevoel heb ik een jaar vergooid. Dat is natuurlijk niet waar, want ik heb wel aan mezelf gewerkt. Ik heb nu al zo’n 7 jaar last van concentratie- en geheugenproblemen. Dat komt doordat de pijn heel veel energie kost en dat stapelt op. Soms gaat het beter, soms gaat het slechter. Dan doe je bijvoorbeeld de leuke dingen wel, maar heb je geen energie meer voor de dingen die moeten.

Ben je wel eens in behandeling geweest voor je psychische klachten?

Vier jaar geleden ben ik wel bij de psycholoog geweest voor depressie en toen heb ik cognitieve gedragstherapie gehad. Ik had niet het idee dat het hielp, maar ik stond er toen ook niet echt open genoeg voor. Nu merk ik wat ik eraan gehad heb en wat ik er aan had kunnen hebben. Ik heb bijvoorbeeld beter mijn situatie leren accepteren. Ik mediteer nu dagelijks, dat helpt me wel. Nu wil ik nog beter leren omgaan met mijn emoties en niet meer zo erg tegen eten opkijken, ondanks de pijn.

Hoe beïnvloedt het verder je dagelijks leven?

Ik word altijd wakker met buikpijn, de ene keer meer dan de andere keer. Dan moet ik opstaan en eten, dat is wel een opgave. Mijn buikpijn komt ook wel eens willekeurig opzetten, maar de pijn wordt altijd erger met eten, dus is het elke keer een brug waar ik overheen moet. Ook met mijn studie is het soms lastig, als ik bijvoorbeeld practica-dagen heb en de hele dag in het lab moet staan. Van mijn concentratie- en geheugenproblemen heb ik vooral last als ik moet leren voor een tentamen. Ik kan de stof wel goed begrijpen, maar niet goed onthouden. Ik heb daardoor ook bijvoorbeeld 6 jaar gedaan over een eerstejaarsvak. Dat is heel lastig. Stage was ook erg zwaar afgelopen jaar, elke dag van 9 tot half 6 in het lab werken en schrijven aan je scriptie. Ik kan slecht trots zijn op mezelf, omdat het allemaal zo lang duurt. Maar als ik iets ben, is het een doorzetter.

Wat helpt jou om hiermee om te gaan?

Mijn moeder helpt me heel erg, als het niet lukt, dan kan ik haar bellen. Soms geeft ze me gewoon een schop onder mijn kont, soms steunt ze me. Ik heb nu ook een studiecoach die een stok achter de deur is. Series zet ik in als beloning als ik gestudeerd heb. Per vak heb ik ook een gedetailleerd schema dat mij erg helpt om te kunnen zien wat ik precies moet leren. Dan kan ik dat inplannen met genoeg speling, zodat ik dingen kan doorschuiven wanneer ik buikpijn heb. Ik hou er ook rekening mee dat ik ’s ochtends niks kan, dus dan werk ik ’s avonds wat langer door. Het duurde wel lang voordat ik kon toegeven dat ik dat nodig heb.

Gezonder eten helpt ook heel erg om me beter te voelen. Ik eet nu vooral ’s avonds veel gezonder, veel groenten en gevarieerder. Ik drink nu ook eigenlijk alleen maar water en thee en bijna nooit frisdrank. Het helpt mij ook erg om via een app gewoontes bij te houden, zoals gezond eten en mijn slaap. En of ik lees, want dat vind ik leuk, maar doe ik weinig. Mediteren doe ik nu al meer dan 200 dagen elke dag voor het slapen gaan, via de Headspace app. Verder, als ik ga leren, gaat mijn hondje op zijn schoot liggen, en dan kan ik haar aaien, en dat helpt. Het helpt ook om actief te zijn. Je moet uit bed, want je moet de hond eten geven, je moet naar buiten, want de hond moet uit. En ze komt bij je liggen als je je rot voelt… Het helpt gewoon.

Wat heb je van je chronische pijn geleerd?

Ik denk wel dat ik er sterker door ben geworden. Ik blijf dingen doen, ook al heb ik buikpijn. Ik heb ook geaccepteerd dat ik misschien niet alles kan doen wat ik wil, zoals een biologie master. Ik wil nu een master ‘vertalen’ gaan doen, want dat vind ik ook heel leuk en dan kan ik werken op momenten dat het voor mij lukt, met daarnaast misschien parttime labwerk. Verder ben ik misschien wel door mijn buikpijn achter bepaalde psychische klachten gekomen, waar ik anders mee was blijven lopen. De afgelopen jaren heb ik veel geleerd over mijzelf. Er zijn genoeg mensen die bijvoorbeeld een burn-out krijgen als ze gaan werken. Ik heb allang op de rem moeten trappen. Ik weet precies wat ik wel en niet kan, hoe ik ben en hoe ik daarmee om moet gaan.

Meer weten? Volgende week vertelt Jennifer hoe ze omgaat met reacties vanuit haar omgeving.