In mijn vorige blogs besprak ik de oorzaak en het effect van vooroordelen en waarom een wereld zonder vooroordelen en met meer inclusiviteit en diversiteit voor iedereen waardevol is. In het kort: we worden gestuurd door onze onbewuste vooroordelen (unconscious biases). Deze onbewuste vooroordelen zorgen ervoor dat we snel en efficiënt beslissingen kunnen maken. Maar, tegelijkertijd kan deze “vooringenomenheid”, en het effect ervan op onze besluitvorming of gedrag, tot verkeerde beoordelingen leiden. We kunnen anderen bijvoorbeeld per ongeluk en onterecht buitensluiten. Als we ons niet bewust zijn van onze onbewuste vooroordelen, dan zal er niks veranderen. De eerste stap naar meer inclusiviteit is dus bewustzijn. Wil jij hier ook aan bijdragen? In deze blog lees je hoe jij dit kunt doen!

Welke vooroordelen heb jij?

Bewustzijn creëren begint door naar jezelf te kijken. Vraag jezelf af of je wel eens te maken hebt met deze vooroordelen (ook wel biasen genoemd):

  • affiniteitsbias: de neiging om contact te maken met mensen die vergelijkbare achtergronden, ervaringen en interesses hebben. Eigenlijk is het heel normaal om je te begeven onder gelijkgestemden. Het gevaar van deze bias (dit vooroordeel) zit hem echter in het vermijden van mensen van wie je denkt dat je er toch niet veel gemeen mee zou hebben.
  • confirmatie bias: de neiging om meer aandacht te geven aan ideeën en informatie die stroken met onze eigen visie en hypotheses. Sterker nog: je herinnert informatie zelfs op zo’n manier dat het in lijn is met je eigen visie. Bijv. wanneer je iemand niet mag en besluit meer aandacht te geven aan negatieve dan positieve informatie over deze persoon.
  • halo effect: de neiging om positieve eigenschappen door te trekken naar andere gebieden. Bijvoorbeeld: iemand is in een rijke familie opgegroeid en daardoor zet je deze persoon als geheel op een voetstuk.
  • horns effect: het tegenovergestelde van het halo effect. Als een persoon bijvoorbeeld een bepaalde uitspraak doet die je niet leuk vindt, kun je een hekel krijgen aan alle andere dingen die deze persoon zegt.
  • attributiebias: als er goede dingen gebeuren, kun je geneigd zijn om te denken dat dit door jezelf komt. Terwijl je, als er iets ergs gebeurt, misschien geneigd bent de schuld te geven aan externe factoren. Bij anderen doen we het tegenovergestelde. Als een ander iets ergs overkomt, kunnen we geneigd zijn diegene de schuld te geven.

Hoe kan jij anderen laten zien dat je inclusief bent?

Je hebt de eerste stap genomen en hebt bewust stilgestaan bij jouw vooroordelen. Hoe ging dat?

Nu je bewustzijn hebt gecreëerd en weet wat jouw vooroordelen zijn, is het tijd voor de volgende stap. Die kunnen we nemen met behulp van de theorie van Jennifer Brown (expert op het gebied van diversiteit en inclusie). Jennifer Brown heeft het Ally Continuum ontwikkeld. Ally betekent bondgenoot en een ally maakt zich hard voor de gelijkheid van gemarginaliseerde groepen (minderheden). Een ally verzet zich actief tegen de ongelijkheid van een achtergestelde groep, waar hij of zij zelf geen onderdeel van uitmaakt. Dat kan een heteroseksueel persoon zijn die een ally is voor mensen uit de LGBTQ+ community, of een man die opkomt voor de gelijke rechten van vrouwen. Dat kan lastig zijn, maar het is ontzettend waardevol wanneer mensen buiten de groep zich uitspreken over onrecht. Volgens Brown ga je als ally door de volgende fases:

  1. apathisch (apathetic): in eerste instantie ben je je niet bewust van een probleem. “Het is toch normaal dat vrouwen een minder hoog salaris hebben dan mannen?”, “Zwarte Piet is toch niet racistisch?”, “Het is zoals het is”. Als je geen probleem ziet, dan is er geen probleem en is er dus ook geen oplossing nodig. Belangrijk is om deze fase uit te komen, pas dan begint verandering. Iedereen kan in deze fase zitten, maar als jij deze blog leest ben je je waarschijnlijk al bewust van een aantal problemen!
  2. bewustwording (awareness): je realiseert je dat je blind bent geweest. We weten dat er iets aan de hand is, maar we weten niet helemaal wat we kunnen doen. Je ziet dat je als vrouw minder verdient dan je mannelijke (gelijkwaardige) collega’s. Jouw mannelijke collega ziet dat ook. Er gebeurt niet heel veel, maar er wordt in ieder geval over gepraat. Er is bewustwording.
  3. actief (active): in deze fase onderneem je actie. Je bent je bewust van het probleem, jouw vooroordelen en je oefent met jouw nieuwe gedrag en gedachten. Dit is een oncomfortabele fase waarin je jezelf blootstelt aan spannende situaties. Je neemt het voor jezelf en voor een ander op, ondanks dat dat moeilijke situaties met zich meebrengt. Je blijft je verdiepen in nieuwe onderwerpen. Je ziet dat jouw zwarte collega anders behandeld wordt en besluit het niet af te wachten en het voor hem/haar op te nemen. Aan de eettafel vertellen familieleden je dat Zwarte Piet niet racistisch is, dat deze discussie belachelijk is. Jij gaat actief in gesprek en geeft jouw ouders een nieuwe kijk op het probleem. Familieleden denken na en beginnen een nieuwe mening te vormen.
  4. verdedigen (advocate): je bent geen eenmalige ally, maar blijft actief. Zie je iets geks gebeuren? Dan spreek je je uit.

Blijven leren

Iedereen kan in verschillende fases zitten: je kan bijvoorbeeld een ally zijn voor de zwarte gemeenschap, maar je niet bewust zijn van de onderdrukking van homo’s. Je kunt niet van iemand of jezelf verwachten over alles iets te weten en voor iedereen op te komen, maar je kunt wel blijven leren over hoe jij een betere bondgenoot kan worden. Want een inclusieve wereld is een betere wereld voor iedereen!

Mensen met een handicap hebben vaak te maken met discriminatie. Bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt, met zelfstandig wonen, in het onderwijs of in de toegankelijkheid van openbare ruimten. Maar ook in het dagelijkse leven, waar ze te maken krijgen met vooroordelen van andere mensen. Om te begrijpen waarom een fenomeen als discriminatie bestaat, moeten we verder kijken dan alleen naar de uiting ervan. De kern van discriminatie kunnen we herleiden naar het brein van de mens, of specifieker: het geheugen.

Heuristieken

Om goed om te kunnen gaan met de complexiteit van de wereld, zoekt je brein naar manieren om dit zo efficiënt mogelijk te doen. Via onze ervaringen vormen we heuristieken, dat zijn methodes om sneller informatie beschikbaar te maken. Je brein slaat deze informatie gecategoriseerd op in je geheugen. Dit is een belangrijke basis voor hoe je als mens dingen ziet, hoe je denkt en hoe je je gedraagt. Dit proces zorgt voor minimale verschillen binnen 1 categorie: stel jij denkt nu aan een tafel, dan is die misschien altijd bruin en rechthoekig, terwijl er veel meer verschillende tafels bestaan. Verschillen tussen categorieën worden juist overdreven en vergroot, zodat je makkelijker in staat bent om onderscheid te maken: stel je denkt aan een vrouw. Die ziet er misschien heel vrouwelijk uit in je hoofd, terwijl de man er stereotype mannelijk uitziet. Bij sociale categorieën zie je dat overeenkomsten en verschillen kenmerkend worden voor de hele groep. Hierdoor pas je bij het zien van één individu onbewust dezelfde kenmerken toe, als van die van de hele groep (stereotype). Je maakt dus informatie beschikbaar via de heuristiek in je geheugen, waardoor je hoopt iemand beter of sneller te kunnen inschatten.

Hoe werkt dit bij mensen met een handicap?

Vanuit het sociobiologische perspectief worden mensen met een handicap beoordeeld op de dingen die zij minder goed kunnen. De heuristiek in het brein geeft onterecht de informatie dat mensen met een handicap minder productief of nuttig kunnen zijn. Uit onderzoek blijkt ook dat mensen met een handicap heuristieke signalen opwekken die gerelateerd zijn aan angstopwekkende thema’s, zoals kwetsbaarheid van gezondheid. Hierdoor ontstaat vermijding van mensen met een handicap, op dezelfde manier dat men niet graag over de dood praat. Daarnaast zijn er heuristieke signalen die gekoppeld zijn aan kinderlijke karakteristieken, waardoor mensen met een handicap misschien minder serieus genomen worden. Gelukkig zijn er ook positieve signalen. Onderzoek zegt dat er de laatste jaren een toenemende sympathie en een positievere houding is richting mensen met een handicap.

Hoe ga je hier tegenin?

Kijkend naar deze vorm van discriminatie, staat er 1 ding centraal: er mist informatie in het bewustzijn. De heuristieken gebeuren namelijk onbewust, en dus is er een behoefte aan bewustzijn en duidelijkheid. Hoe ga je dit te lijf?

  • Benoem je kracht: mensen denken vanuit een stereotype en zien direct tekortkomingen. Door jouw waarde en kracht te benoemen en als nieuwe informatie aan te brengen, dwing je een ander de heuristieken los te laten.
  • Wees assertief: geef het aan als iemand je ongelijk behandelt. Zo geef je jouw voorkeur en grenzen aan én heeft de ander een tegenstrijdige ervaring waardoor het stereotype beeld verandert.
  • Schep duidelijkheid: veel mensen zijn onzeker over hoe ze zich moeten gedragen. Door de onzekerheid weg te nemen in wat ze wel of niet moeten doen, zullen ze zich prettiger voelen, eerder toenadering zoeken en minder vaak denigrerend reageren.

Het is waarschijnlijk nogal vermoeiend om te realiseren dat deze vorm van discriminatie een biologische basis heeft in de mens en daardoor maar langzaam verandert. Onthoud dat er echter ook genoeg mensen zijn die zich juist bewust maken van dit fenomeen en mensen met een handicap wel als gelijkwaardig zien. Een mooie uitspraak die ik ergens zag, is tekenend daarvoor:

Wat onderscheidt mens van dier? Een dier laat gewonden achter, een mens helpt iedereen mee te draaien in de maatschappij.

Het is ruim een jaar geleden dat de brute moord op George Floyd de Black Lives Matter-beweging wereldwijd op de kaart zette. De beweging bestaat al langer; het is namelijk opgericht in reactie op de vrijspraak van de man die de 17-jarige Trayvon Martin in 2012 op straat doodschoot. De BLM-beweging groeide nadat ongewapende, zwarte mannen Michael Brown en Eric Garner in 2014 werden doodgeschoten door witte agenten. Dankzij de BLM-beweging is er wereldwijd meer bewustwording over het racisme wat op de dag van vandaag nog steeds plaatsvindt. Sindsdien, ben ik me meer gaan verdiepen in racisme en heb ik besloten mij vaker uit te spreken. Ik schreef bijvoorbeeld dit artikel, waarin ik het volgende benoemde:

‘’Het is tijd om niet langer weg te kijken, te slikken, het hoofd te draaien, te negeren, te bagatelliseren of weg te wuiven. Het is tijd om op grotere schaal over de problemen te praten. Racisme is aangeleerd en dat betekent dat je racisme ook weer af kan leren. Laten we onszelf en onze omgeving onderwijzen en informeren. Laten we ons richten op saamhorigheid, wederzijds respect en gelijkheid, in plaats van verdeeldheid en strijd.‘’ 

Het is belangrijk om over deze problemen te blijven praten, niet alleen wanneer het een hot topic is. Want spreken is goud. Daarom deel ik graag een aantal van mijn ervaringen: 

Vooroordelen

Mijn (donkere) vriend en ik zijn vaak te vinden op het terras, zeker wanneer de zon schijnt. Op een warme zomerdag in juli 2020 (kort na de moord op George Floyd), zaten mijn vriend, een vriendin en ik biertjes te drinken op het terras van onze stamkroeg. De ober, een middelbare blanke man, bediende ons en was ondertussen glazen aan het opruimen. Mijn vriend besloot na een aantal biertjes naar huis te gaan en ik bleef achter met mijn vriendin. Op een gegeven moment stormde de ober op ons af, waarna hij ons vertelde dat hij bierglazen kwijt was. Verdwenen, zomaar ineens. We vonden het vervelend voor de man, en dat vertelden we hem dus ook. Zijn reactie op ons medeleven was: “Die allochtone vriend van jou moet ze hebben meegenomen. Stelen doen ze wel vaker”. 

Mijn vriendin en ik waren geschokt. Hoe kan je zoiets zeggen? Hoe onwetend ben je als je, met alles wat er het afgelopen jaar rondom BLM is gebeurd, nog steeds zo denkt? Vol ongeloof en verbazing spraken wij de ober aan op zijn gedrag. Voorheen zou ik het hierbij hebben gelaten. Voorheen had ik mijn vriend er waarschijnlijk niet over verteld, omdat het gewoon te pijnlijk is. Maar niets doen is ook iets doen. Dus belde ik mijn vriend en vroeg hem terug te keren naar de kroeg. Ik had mijzelf voorgenomen om onszelf en onze omgeving te onderwijzen en informeren. En dat is wat wij hebben gedaan die dag. 

Discriminatie

Mijn vriend en ik houden van gezelligheid en reizen: zon, terrasjes, lekker eten. Vorig jaar besloten wij naar Milaan te gaan. Tijdens een dagje winkelen liep mijn vriend rond de beroemde en indrukwekkende Duomo, terwijl ik wat winkels bezocht. Daar zag hij een man zag die portretten maakte. Zo’n portret is een mooi aandenken van ons in Milaan, dacht mijn vriend. De man was op dat moment niet bezig met schilderen, dus mijn vriend besloot naar hem toe te lopen. Tot zijn verbazing maakte de man geen enkel oogcontact en liet hij hem staan alsof hij lucht was. Desondanks besloot mijn vriend de man te vragen hoeveel het zou kosten om een portret te maken. De man keek hem met een afkeurende blik aan en zei zonder enige twijfel: “No”. Toen mijn vriend mij later vertelde wat er was gebeurd, kon ik mijn oren niet geloven. Ik werd spontaan misselijk en voelde woede en verdriet opborrelen. Hoe moest mijn vriend zich wel niet voelen?! 

Benieuwd naar hoe de man op mij zou reageren, stapte ik alleen op de kunstenaar af. Ik maakte zonder problemen contact met de man. Toen ik hem vroeg hoeveel het zou kosten om een portret te maken, vertelde hij mij een vrolijk gezicht: “For you only 20 euros!”. Ik werd woedend en kon hem wel wat aandoen. In plaats daarvan seinde ik naar mijn vriend, die vervolgens naast mij kwam staan. Het gezicht van de man vertrok en hij keerde snel zijn rug naar ons toe. 

Wat heb ik geleerd?

Moraal van het verhaal; je kunt misschien niet met iedereen het gesprek aangaan, maar het is het wel waard om je uit te spreken! Sommige mensen gooien misschien de deur dicht en dat is heel frustrerend, maar iets doen is beter dan niets!

Toch zie ik die verandering van attitude, niet alleen in mijzelf (van passief naar actief reageren op racisme), maar ook bij anderen. Ik merk dat steeds meer mensen hun stem durven te gebruiken wanneer ze zien dat er racisme of onrecht plaatsvindt. Zo was vorig jaar mijn volledige Instagram gevuld met #BlackOutTuesday en hoorde je vaker wel dan niet dat men in protest ging tegen politiegeweld en racisme. 

Ik ga door met het gebruiken van mijn stem, doe jij mee?

Een paar jaar geleden zat ik in een taxi en de chauffeur, een witte man, maakte racistische opmerkingen over Marokkanen. Ongegeneerd hield hij een verwerpelijk betoog over het afpakken van banen waar ik het compleet niet mee eens was. Mijn nekharen gingen overeind staan, maar ik zei helemaal niks. Wie zwijgt stemt toe

Ik voel me tot op de dag van vandaag nog schuldig hierover. Ik had moeten opkomen voor Marokkaanse-Nederlanders. Maar ik bevroor en nadat ik uitstapte had ik direct spijt; je had iets moeten zeggen! Zo houd je racisme in stand!

Opgroeien in een multiculturele samenleving

Toen ik naar de basisschool ging deden mijn witte, linkse ouders mij bewust op een zogenaamd ‘zwarte’ basisschool. Mijn klasgenoten waren Nederlands-Marokkaans en Nederlands-Turks, er was een jongen uit Syrië, een geadopteerde jongen uit India.

Mijn beste vriendinnetje had Nederlandse ouders en mijn andere hartsvriendinnetje woonde met haar Hindoestaans-Surinaamse moeder. Ik kwam graag bij haar thuis. Het eten bij mijn Surinaamse, Turkse en Marokkaanse vriendinnetjes vond ik overheerlijk en bij hen thuis vond ik het erg gezellig en interessant, omdat het er zo anders uitzag dan bij mij thuis. We vierden suikerfeest en op het jaarlijkse pleinfeest van de school aten we hapjes uit alle hoeken van de wereld. Als kind vond ik het multiculturele erg gewoon en ik ben heel dankbaar dat mijn ouders mij die ervaring hebben gegeven.

Ook mijn middelbare school hadden mijn witte ouders zorgvuldig uitgekozen. Was het toeval dat het merendeel op die school toch wit was? Mijn beste vriendin was een vluchtelinge uit Irak. We deelden een passie voor zingen, muziek en voor jongens en hebben vele nachten bij elkaar gelogeerd.  Haar ouders waren lief, gastvrij en ik herinner me de heerlijke Irakese pizza’s die haar moeder maakte. We spraken niet veel over hun vluchtelingen verleden, maar ik voelde dat het heel ernstig was wat hun was overkomen.

Toen ging ik naar de Universiteit, waar ik me helemaal niet kan herinneren dat ik diversiteit heb gezien… zowel bij studenten als docenten niet. 

Wit privilege

Mijn goedbedoelende ouders leerden mij weinig over het privilege waarmee ik opgroeide. De boodschap die ik van hen meekreeg was racisme is slecht en  ‘alle mensen zijn gelijk’. Ze realiseerden zich echter niet dat die uitspraak het summum is van wit privilege. Ja, in mijn hart zijn alle mensen gelijk, maar in de maatschappij worden we niet allemaal gelijk behandeld. Inmiddels weet ik dat zwarte Amerikaanse ouders hun kinderen van jongs af aan moeten voorbereiden op een wereld waarin ze ongelijk behandeld zullen worden. Hen lessen geven over hoe te handelen wanneer je (onterecht) aangehouden wordt door de politie, om hen te beschermen tegen geweld. Hun kinderen leren om harder te werken dan witte klasgenoten, om ook een kans te krijgen in de maatschappij. 

Al die jaren vierde mijn familie Sinterklaas mét zwarte Piet zonder er ooit bij stil te staan dat dat kwetsend kan zijn, en ook ik liet op een ochtend op de (multiculturele) basisschool mijn gezicht zwart schminken om de kinderen op de basisschool te verrassen. Daar schaam ik mij nu erg over. Toen ik mijn (buitenlandse) partner op mijn 25e ontmoette deed hij mijn oogkleppen af. Hij zei: “Yeah right, hij is zwart door de schoorsteen.Hoe komt hij dan aan het kroeshaar, de gouden oorbellen en de rode lippenstift?”. Daar had ik in al mijn naïviteit geen antwoord op.

In de jaren erna bleef het thema racisme me bezig houden. Ik maak als witte vrouw deel uit van een veel te lang bestaand verwerpelijk systeem waarin mensen niet gelijk behandeld worden, púúr op basis van hun huidskleur. Mijn blanke voorouders waren hier mede verantwoordelijk voor en mijn witte medemensen houden dit systeem met mij, bewust maar ook vaak onbewust, in stand. 

Ik heb de luxe dat ik kan kiezen: óf ik sta bij dit ongemakkelijke onderwerp stil, óf niet. Mensen die slachtoffer zijn van racisme hebben die keus niet. Zij worden hiermee geconfronteerd. Zij moeten op hun hoede zijn, of ze dat nu willen of niet.

Wees solidair

Nóg ongemakkelijker dan erbij stilstaan, is om mijn oogkleppen weer op te doen en terug te gaan naar ‘wie zwijgt stemt toe’, dat wil ik niet. We kunnen minderheden niet alleen voor zichzelf op laten komen. Hetero’s komen naar de Gay Pride. Ook mannen hebben gestemd voor vrouwenkiesrecht. Ook als je niet aangerand bent kun je #MeToo steunen.

Als je geboren bent met wit privilege -zonder daar ook maar iets voor gedaan te hebben – gebruik het dan goed. Voel je mede verantwoordelijk. Kijk kritisch naar je eigen privilege en je eigen doen en laten. Doe iets. Help mee, protesteer mee. Zet je privilege in om minderheden te helpen. Lees over het onderwerp. Kijk documentaires over het onderwerp. Voed je kinderen op met roetveegpiet (echt ze zullen het feest nog steeds prachtig vinden) en praat over racisme. Steun anti-racistische organisaties en praat met familie en vrienden over het onderwerp.

Wees solidair want het moet echt anders.

Tips om je verder te verdiepen in het onderwerp:

Bekijk meer tips op deze blog.

Racisme: de overtuiging, de aanname of het idee dat er een verschil is tussen menselijke rassen en dat deze gerangschikt kunnen worden. Hieruit kunnen discriminerende systemen ontstaan waarbij het ene “ras” anders behandeld wordt door het andere “ras”. 

Anno 2020 is racisme helaas nog steeds een actueel en universeel fenomeen. In tijden van een pandemie wordt er over de hele wereld -zowel online en in real life- massaal geprotesteerd: we zijn er klaar mee. Maar hoe werken we racisme weg uit onze samenleving? Kan dat wel? Wat denk jij, is racisme aangeboren of aangeleerd? Lees er in dit artikel meer over. 

Ons brein

Onderzoek van drie Harvard psychologen (Contreras J.M, Banaji M. R, Mitchell J.P, 2013) heeft aangetoond dat ons brein een groot belang in huidskleur stelt: we registreren andermans huidskleur altijd, of we dat willen of niet. Ons brein onderzoekt altijd met welke huidskleur te maken hebben.

Er is een verklaring voor dit gedrag van ons brein: in de oertijd was iemand met een andere huidskleur per definitie iemand van buiten de eigen groep en daarmee een potentiële bedreiging.

Bruin vs Blauw

Er is dus een breingebied die geïnteresseerd is in huidskleuren, maar dat wil niet zeggen dat er aan de waarneming een automatisch oordeel verbonden wordt, zoals een afkeer van mensen met een andere huidskleur. Denk bijvoorbeeld aan het bruine ogen versus blauwe ogen experiment (A Class Divided, 1968) van Jane Elliott in 1968. Jane Elliott, onderwijzeres op een basisschool in het ‘witte’ stadje Riceville. Elliot wilde een dag na de moord op Martin Luther King haar 10-jarige leerlingen uitleggen waarom King was vermoord. Ze besloot haar klas in tweeën te verdelen: één groep bestond uit kinderen met blauwe ogen en één groep bestond uit kinderen met bruine ogen. Eerst kregen de bruinogen meer privileges en complimenten. De blauwogen, die een gekleurd sjaaltje droegen, werden gekleineerd en hadden geen privileges. Wat merkte Elliott? De bruinogen gedroegen zich al snel als superieur tegenover de blauwogen. Later draaide Elliott de rollen om. De voormalige elite verdween en de gekleineerde blauwogen ontwikkelden zich tot leiders. Het bleek dat deze groep iets had geleerd: zij hadden ervaren hoe het is om te worden behandeld als minder en gedroegen zich daarom minder autoritair tegenover de bruinogen. 

Of je dit psychologische experiment nu ethisch kan noemen of niet, Eliott heeft geschiedenis geschreven: racisme is niet erfelijk bepaald, het wordt aangeleerd via sociale conventies en vooroordelen. Racisme heeft te maken met macht: macht dwingt mensen onbewust in een bepaalde rol.

Oplossing?

Het is tijd om niet langer weg te kijken, te slikken, het hoofd te draaien, te negeren, te bagatelliseren of weg te wuiven. Het is tijd om op grotere schaal over de problemen te praten. Racisme is aangeleerd en dat betekent dat je racisme ook weer af kan leren. Laten we onszelf en onze omgeving onderwijzen en informeren. Laten we ons richten op saamhorigheid, wederzijds respect en gelijkheid in plaats van verdeeldheid en strijd. 

Racisme is aangeleerd. Net als dat we een kind leren rekenen en lezen, zouden we ze ook moeten leren dat er verschillende culturen en etniciteiten zijn, maar dat zij allemaal gelijk zijn. Wil jij jezelf en/of anderen onderwijzen maar merk je dat je niet goed weet waar te beginnen? Neem dan eens een kijkje in deze blog, het zal je van handige tips en lijstjes voorzien. 

Meer weten over dit onderwerp? Lees dan:

Heb je feedback of vragen naar aanleiding van dit artikel? We horen het graag. Mail naar community@niceday.app!

Wat is racisme?

De overtuiging, de aanname of het idee dat er een verschil is tussen menselijke rassen en dat deze gerangschikt kunnen worden. Hieruit kunnen discriminerende systemen ontstaan waarbij het ene “ras” anders behandeld wordt door het andere “ras”. 

Racisme kan op verschillende manieren tot uiting komen: het kan gaan om openlijke vormen van racisme waarbij iemand wordt uitgescholden, fysiek wordt aangevallen of wordt vermoord vanwege etniciteit. Het kan ook gaan om subtiel kleineren (bewust of onbewust), wat er voor zorgt dat een bepaalde groep wordt benadeeld. Bijvoorbeeld door ervan uit te gaan dat een bepaalde groep mensen inferieur is. Of door verbaasd te zijn wanneer iemand met andere huidskleur dan jijzelf goed Nederlands praat (‘Alien in own land’). Oerwoudgeluiden, niet aangenomen worden op grond van etniciteit, een omstander die z’n tas uit angst dicht bij zich houdt of in de gaten gehouden worden tijdens het winkelen: er zijn veel verschillende soorten en maten van racisme. Van heel duidelijk tot subtiel, en van bewust tot onbewust.

Discriminatie en depressie

Uit een aantal studies blijkt dat racisme een langdurig negatieve impact heeft op mentale gezondheid. Uit een onderzoek van Umar Ikram blijkt dat etnische minderheden ook in Nederland veel discriminatie ervaren op basis van etniciteit en een hogere kans hebben op psychische klachten. De meest voorkomende uitspraken waarin zij zich herkennen zijn bijvoorbeeld: ‘Mensen gedragen zich alsof ze beter zijn dan ik’, of ‘Mensen gedragen zich alsof ze slimmer zijn dan ik’. De ervaren discriminatie kan bijvoorbeeld ook het gevoel van ‘De samenleving zit niet op mij te wachten’ in de hand werken. Dit gevoel ontstaat dus niet alleen bij daadwerkelijke of duidelijke discriminatie, maar ook wanneer je twijfelt of je gediscrimineerd wordt. Uit het onderzoek van Ikram blijkt dat er een duidelijke relatie is tussen ervaren discriminatie en gevoelens van depressie. 

Het is belangrijk om verder te onderzoeken wat het verband tussen discriminatie en depressie precies is; uit Amerikaanse onderzoeken blijkt overigens dat discriminatie op basis van etniciteit vaak voorafging aan een depressie. Het effect van racisme is groot: mensen kunnen zich terugtrekken uit de samenleving en in isolement raken.

Selffulfilling Prophecy

De Selffulfilling Prophecy houdt in dat gedrag wat voorspeld is of verwacht wordt uiteindelijk leidt tot het voorspelde/verwachte gedrag. Psycholoog Rosenthal nam bijvoorbeeld intelligentietesten af bij kinderen en vervalste de uitkomsten. De kinderen die een (willekeurig) goed cijfer hadden behaalden later ook betere schoolresultaten. Dit kwam doordat leraren (onbewust) meer aandacht schonken aan de slimme leerlingen, ze als positiever beoordeelden en de kinderen daardoor uiteindelijk ook beter presteerden.

De Selffulfilling Prophecy en racisme 

Racisme kan dus heel duidelijk tot uiting komen, maar ook heel subtiel in het dagelijks leven. Dylan Glover heeft onderzoek gedaan met behulp van data van een grote supermarktketen in Frankrijk. Hierbij werd de productiviteit van twee groepen supermarktmedewerkers met elkaar vergeleken: minderheden tegenover niet-minderheden. 

Minder productief kon in dit geval betekenen: langzamer producten scannen, meer tijd nemen tussen klanten, later op werk verschijnen, eerder stoppen. Daarin werd ook gekeken naar de bias-score van de manager. Met bias-score bedoelen we in hoeverre een manager minderheden associeert met minder productiviteit, en andersom. Bias betekent eigenlijk vooroordeel.

Met behulp van een psychologische taak (de Implicit Association Task) zijn deze scores afgenomen, waarbij een hoge score betekent dat je meer geneigd bent mindere productiviteit te associëren met minderheden. Associeer je bijv. het woordje ‘lui’ eerder met een ‘Fransman’ of een ‘Noord-Afrikaan’? Zo werden deze associaties onderzocht. Uit dit onderzoek bleek dat minderheden minder productief waren als zij onder leiding stonden van een manager met een hoge bias-score. En hier komt de Selffulfilling Prophecy om de hoek kijken: door hun vooroordeel (bias) werd er verwacht dat zij minder productief zouden zijn. Het gevolg was dat deze managers minder tijd in deze groep supermarktmedewerkers stopten: zij kregen andere taken, minder aandacht, en minder vertrouwen en waren dus uiteindelijk ook minder productief. 

Hoe je behandeld wordt bepaalt je gedrag

Wat er gebeurde is dat ‘bevooroordeelde’ managers minder interactie hadden met minderheden, minder aandacht hadden voor de inspanning van deze medewerkers en minder klantgerichte taken aan hen toegewezen. Dit heet ook wel aversive racism: racisme zonder bewuste intentie. Etnische minderheden waren namelijk productiever bij managers met een lage bias-score, deze managers behandelden de etnische minderheden en niet-minderheden gelijkwaardig.

Al met al, discriminatie of racisme heeft invloed op hoe je je voelt én op hoe je je gedraagt: wanneer je gediscrimineerd wordt gedraag je je anders, of discriminatie nu bewust of onbewust plaatsvindt.

Wil jij graag meer weten over dit onderwerp? Met behulp van deze blog krijg je meer handvatten en ideeën over hoe je jezelf wegwijs maakt in het complexe onderwerp racisme.

Discriminatie en racisme hebben dus wel degelijk effect op de (mentale) gezondheid van mensen. Weet dat praten over je ervaringen je kan helpen. Heb jij behoefte om dit te doen met een professional? Ga voor een verwijzing naar je huisarts of kom in contact met het NiceDay Team, we helpen je graag naar de juiste hulp.

In mijn allereerste blog ga ik in op hoe het is om uit de kast te komen. Maar als je dan eenmaal uit die kast bent gekomen is het helaas nog steeds niet enkel feest en geluk. Omgaan met welke vorm van discriminatie dan ook is nooit makkelijk. De impact en hoe je met discriminatie omgaat is voor iedereen anders. Bij mezelf merk ik dat de pesterijen zowel als de discriminatie mij hebben gevormd tot wie ik nu ben. Maar dat betekent niet dat het er makkelijker op wordt. Waar loop ik tegenaan? En hoe ga ik daar mee om?

Gepest op de middelbare school

De pesterijen begonnen toen ik naar de middelbare school ging. Gelukkig, zijn de ergste pesterijen, dankzij goede leerlingbegeleiding, na het eerste schooljaar gestopt. Wel werd ik voortdurend uitgemaakt voor homo, flikker, nicht etc. In het tweede jaar besefte ik pas echt dat ik homo ben. Ik probeerde er echter bij te horen, door meer naar meisjes te kijken en ik probeerde om relaties met meisjes aan te gaan. Ik maakte het extra moeilijk voor mezelf want ik wist op dat moment al dat ik niet op meisjes val. Het zou dus nooit gaan werken met meisjes. Ik kwetste mijzelf en dit heeft mij getekend. Bijna iedere dag na school ging ik in bed liggen, met een grote teddybeer in mijn armen en begon ik te huilen: waarom ben ik niet gewoon normaal?

Discriminatie thuis en buitenshuis

Thuis was het niet altijd makkelijk. Wanneer we het met familie hadden over vriendjes, vriendinnetjes en seks, zei mijn vader altijd: “je mag alles doen behalve homo worden, dan trap ik je het huis uit”. Mijn vader discrimineert homo’s en dat komt erg hard binnen.. Zijn uitspraak roept verdriet op en in mijn puberteit heb ik stiekem talloze uren gehuild op mijn kamer. Huilen helpt voor mij, het zorgt ervoor dat ik mijn emoties los kan laten.

Jammer genoeg komt discriminatie ook op straat of in een café voor. Zo was ik een tijdje geleden met een paar vriendinnen en een vriend gaan dansen in een grote club in Antwerpen tijdens een gay-friendly avond. We waren er tot in de late uurtjes. Onderweg naar huis liep ik hand in hand met die vriend over straat. Een groepje liep langs ons en we werden nageschreeuwd. “Vieze homo’s.” “Gays.” “Anaalridders”. Ik was half dronken maar ik had wel door wat er gebeurde. “Twee mannen minder concurrentie bij de vrouwen voor jullie’”, schreeuwde ik terug. Ik besefte pas thuis wat voor risico ik nam door terug te schreeuwen. Maar ook een gebeurtenis als dit zorgt ervoor dat ik mij gekwetst voel.

Soms komen er zelfs situaties voor waarin ik mij ook daadwerkelijk onveilig voel. Zo zat ik enkele weken geleden met een vriendin in een café in Bergen op Zoom. Ik sprak openlijk over die nieuwe ober die ik enorm aantrekkelijk vond. Ook moest ik haar nog bijpraten over wat er gebeurd was in mijn vorige relatie. In de tussentijd waren er twee jongens aan de tafel naast ons komen zitten. De twee jongens keken mij dreigend aan. Later op de avond ging ik naar het toilet en een van de jongens volgde mij. Hij knalde expres tegen me op en zei: “oh sorry, vieze flikkertje die je bent”. Ik was te bang om alleen naar de auto te lopen en vroeg mijn vriendin om mee te lopen. Bizar toch? Dat er iemand mee moet lopen naar de auto?

Mijn advies

Wees ervan bewust dat homo zijn geen ziekte of een keuze is. Probeer sterker in je schoenen te staan dan jouw pestkoppen of de mensen die je discrimineren. Verkeer je je in een situatie waarin je je onveilig voelt? Schakel dan de hulp van vrienden/omstanders in, zoals ik bijvoorbeeld deed toen ik niet alleen naar de auto durfde. Praat erover met vrienden, ouders, leerlingbegeleiding. Mijn ervaring leert dat, op het moment dat jij je coming out maakt, veel van jouw pestkoppen schrikken en ophouden met pesten.

Ikzelf heb ook geprobeerd om weerwoord te bieden. Bij mij werkte het vaak averechts. Het beste wat je kan doen in zo’n situatie is negeren en niet laten zien dat je gekwetst wordt (want dat is heel gewoon!). Pestkoppen zien plezier in jouw weerwoord.

Uitlaatklep zoeken

Praten helpt om je gevoelens te ventileren, maar zoek ook iets op waarin je je gedachten helemaal kan omzetten. Voor mij is dit fotografie. Ik kan hier heel veel gevoelens in kwijt. Er zijn ook genoeg andere hobby’s te bedenken die je helpen om je gedachten om te zetten. Ik hoop dat je nu meer duidelijkheid hebt over hoe ik omga met discriminatie en pesterijen van heel dichtbij en van veraf. Misschien dat het jou wat handvatten biedt en helpt!

Heb jij ooit te maken gehad met discriminatie om wie je bent? Hoe was dat? Wat heb je gedaan om ermee om te gaan? Misschien kan je er een verhaaltje van schrijven of typen.

Knuffel!

Bert